Bekijk alle blogs


Offerbereidheid en solidariteit in tijden van Corona

Is er in de corona-tijd nog ruimte voor optimisme? De hele wereld is geraakt door de grootste pandemie in honderd jaar. De economische gevolgen zullen voor veel landen dramatisch zijn. Er is verdriet en angst en ontreddering, bij veel mensen. Maar tegelijkertijd heb ik nog nooit zoveel solidariteit en hulpvaardigheid gezien. De inmiddels beroemde briefjes ‘Heeft u hulp nodig? Bel me’, de vele mensen die boodschappen aan eenzame ouderen brengen, vrijwilligers die overal in actie komen, Chinezen en Italianen die vanuit hun flats (in Wuhan vanuit wolkenkrabbers) via zingen contact met elkaar zoeken en elkaar moed inspreken, en helemaal de zorgverleners die overuren draaien, ook vrijwillig en soms met groot eigen risico. In sommige landen wordt nog steeds elke avond om acht uur voor ze geklapt. Opeens beseffen we dat we wereldwijd met elkaar verbonden zijn en dat we deze pandemie alleen met z’n allen kunnen inperken. En we doen het.

De lockdown is een voor ons allen nieuw gegeven, niemand in ons deel van de wereld heeft zoiets al meegemaakt. Politici in Nederland twijfelden eerst of dit wel kon, omdat ze dachten dat onze maatschappij niet zou meewerken. Maar het kan. ‘Het draagvlak voor de maatregelen is nu enorm, en de bereidheid om het vol te houden ook’ aldus sociaal-psycholoog Ton Postmes (Trouw, 12 april).  ‘Als de nood aan de man is zijn mensen bereid om veel te doen, schieten ze in de hulpstand. Er is een gezamenlijke opdracht’.

Een gezamenlijke opdracht, dat stemt mij naast alle zorgen ook optimistisch. Het beleid van sociale beperking is voor vrijwel iedereen nadelig (bedrijven gaan dicht, inkomsten lopen terug, feesten gaan niet door, eenzaamheid) en toch houden we ons eraan. Daarmee stijgen we boven onze directe belangen uit. De meeste mensen lopen zelf nauwelijks risico, de meeste mensen zullen zelf nog geen corona-slachtoffers kennen, maar toch werken ze mee en staan in grote getale achter de maatregelen (dit blijkt ook uit peilingen). Dat noem je solidariteit. Terwijl de maatregelen best abstract zijn: we weten dat we, ook als we geen klachten hebben, de ziekte aan een onbekende kunnen doorgeven. We weten dat we de curve aan besmettingen kunnen afvlakken en daarmee bijdragen aan een vermindering van leed en dood elders. Het is het redden van levens, maar wel volgens een statistische logica. We brengen uit solidariteit een offer voor mensen die we niet eens kennen. Daarom ben ik optimistisch. Omdat we dit doen.

Als wij dit kunnen als samenleving, dan kunnen wij veel meer. Er zullen nog andere crises komen, op gebieden als biodiversiteit en klimaatverandering. De afgelopen jaren had ik weinig hoop dat we klimaatrampen nog kunnen keren. De wil is er best, maar de offerbereidheid ontbrak. Een donatie aan een milieuorganisatie… maar die vliegvakantie gaat wel door. Een donatie voor dierenwelzijn… maar de biefstuk mag niet duurder worden. En nu blijkt opeens dat mensen in grote getale bereid zijn mee te denken, mee te leven én offers te brengen. Daarom zal de huidige crisis nog jarenlang klimaatspecialisten en beleidsmakers inspireren over hoe we met volgende crises kunnen omgaan. De aarde die eindelijk even kan uitademen, de schone lucht die we eindelijk weer kunnen inademen, water waar doorheen je weer de bodem kunt zien, dieren die opeens de steden intrekken. Het kan dus, en dat in een paar maanden tijd! Het zal een blijvende inspiratiebron zijn voor de komende jaren, hoe we in godsnaam de wereld weer een beetje schoner krijgen. Dat kan niet zonder offerbereidheid.

Maar hallo, denk je nu misschien: offerbereidheid? Kijk eens naar Trump en ‘America first’ en Republikeinen die massaal wapens kopen, kijk eens naar dictators die de crisis gebruiken om dissidenten de mond te snoeren. Dat is toch gewoon de oude ikke ikke ikke mentaliteit. En minder opvallend, onze eigen minister Wopke Hoekstra die alleen met andere landen wil samenwerken ‘omdat het in ons voordeel is’ (ik verzin dit niet). Er zijn ook redenen om helemaal niet optimistisch te zijn. Het zijn verschillende bewegingen in het grote krachtenveld, dat meer dan ooit mondiaal is.

Er zijn ook mensen die de lockdown onzin vinden, die corona ‘een griepje’ noemen of voor wie de hele crisis doorgeschoten angst is. Het valt me op dat juist in alternatieve en spirituele kringen veel van dit soort geluiden klinken. Een rondgang langs facebookpagina’s en nieuwsbrieven uit die hoek levert opvallend veel bozige en geïrriteerde reacties op. Onze vrijheden worden zomaar ingeperkt, het ‘voelt niet goed’, het is ondemocratisch (terwijl de maatregelen kamerbreed gedragen worden) en veel wilde complottheorieën. In dit soort teksten vind ik niets van de saamhorigheid en hulpvaardigheid terug. Is het echt zo dat, terwijl er een golf van creativiteit en solidariteit door de wereld waait, er in alternatieve en spirituele hoek vooral geklaagd wordt over afgenomen vrijheden en angst voor samenzweringen? Is offerbereidheid niet ook een spirituele waarde, een daad die vraagt over je eigen schaduw heen te stappen, voorbij leuk en niet-leuk en voorbij je eigen voorkeuren en belangen?

Even een paar feiten. Volgens de meeste economen en medische specialisten zijn de kosten van géén lockdown veel hoger dan de kosten van lockdown. Zonder de huidige maatregelen zal het aantal zieken en doden veel hoger zijn, een veelvoud van het huidige aantal, met alle gevolgen van dien, menselijk, sociaal én economisch. We kunnen niet in de toekomst kijken maar we kunnen wel van het verleden leren, van die vorige mondiale pandemie, de Spaanse griep (1918). Daar blijkt dat het verschil in aantal doden in steden met en zonder lockdown enorm was. En bovendien dat de economie in steden die in lockdown waren geweest veel sneller herstelde. Er is dus ook geen economisch argument tegen de lockdown: het alternatief is erger.

Dan doet het mij pijn filosofen te lezen die de crisis een obsessie noemen en doorgeschoten controlebehoefte, ‘omdat we vergeten zijn dat de dood bij het leven hoort’. Dit klinkt aardig, vanuit een leunstoel, maar laat even doordringen wat hier gezegd wordt. Als het in praktijk wordt gebracht (elk idee moet in praktijk kunnen werken, anders is het een losse flodder) zouden we dus minder controleren en meer laten gebeuren, dus ook laten sterven. Mensen die dit schrijven of op facebook delen, zouden pas consequent zijn als ze erbij zeggen dat ze honderden of duizenden extra doden geen probleem vinden. Het redden van mensenlevens is geen controledrang. Je zou het liefde kunnen noemen. Mensen die in de zorg werken smeken juist om maatregelen, om thuis te blijven, om vol te houden. Het is een morele plicht van elke samenleving, van elke politicus en van ons allen, om mensen te helpen als die in gevaar zijn. Dat was het altijd al maar nu doen we het, zelfs als we die mensen helemaal niet kennen.

Een grote meerderheid werkt en denkt mee. Wereldwijd wordt er gesproken over hoe we de wereld herinrichten als we weer de kans krijgen. De neoliberale ideologie die ons al meer dan veertig jaar regeert staat eindelijk ter discussie. Zelfs mensen die daar altijd voorstander van waren vragen zich nu openlijk af of marktwerking in de zorg wel zo’n goed idee was, of de macht van de farmaceutische industrie niet eerder een sta-in-de-weg is dan een hulpmiddel, of het beleid van eindeloos bezuinigen wel zo slim was. De discussie over de wereld na corona is begonnen. Laten we ervoor gaan dat we iets van de saamhorigheid, solidariteit en offerbereidheid levend houden. We zullen het nodig hebben ook in de komende decennia. Natuurlijk hoop ik voor mensen die nu eenzaam zijn of angstig of ziek, dat deze pandemie gauw over gaat. Voor de wereld hoop ik dat dit een nieuw begin is.